Craniale osteopathie bij pasgeborenen en kleine kinderen.

Bij pasgeborenen wordt de schedelvorm vaak bepaald door gebeurtenissen tijdens de zwangerschap en tijdens de geboorte. De algemene vorm van een schedel is belangrijk, maar evenzeer de proportionele verdeling van de schedel.

Veranderingen in één of twee van deze zaken geven vaak een indicatie, van bijvoorbeeld vervormingen van de schedel, maar kunnen ook tekenen zijn van ernstigere problemen, zoals slechte doorbloeding in de schedel, slechte ontwikkeling van de hersenen of druk op een hersenzenuw (wat bijvoorbeeld reflux kan veroorzaken).

Tijdens de zwangerschap en de bevalling staan de schedelnaden en de schedel in het algemeen, net als de nek, onder enorme druk. Deze druk kan worden veroorzaakt door interne of externe krachten. De interne krachten zijn een afwijkende baarmoedervorm, bekkenabnormaliteiten, inklemmingen en het geboorteproces. Externe krachten tijdens de bevalling hebben ook vaak een invloed op het kind.

Een zuignap of verlostang kunnen krachten van 80kg per cm2 veroorzaken, afhankelijk van de locatie (Berthet 2003). Een andere externe kracht is de ligging van de baby in zijn bedje. Bij steeds dezelfde houding kan ook een afwijkende hoofdvorm optreden.

Door deze interne en externe krachten kan ter hoogte van de schedelnaden een compressie, of het over elkaar glijden van de naden, en een vergroeiing ontstaan. Een compressie en het over elkaar glijden, kan osteopatisch verholpen worden.

Dit dient zo spoedig mogelijk te gebeuren om de doorbloeding in de schedel en de ontwikkeling van de hersenen zo optimaal mogelijk te laten verlopen.
Bij pasgeborenen die rustig zijn, constateren we een 15° vooroverbuigen van de nek. Bij huilende, onrustige baby’s zien we een achteroverbuigen van de nek. Het merendeel van de problemen van de nek bij deze jonge leeftijd komt voor ter hoogte van de twee bovenste nekwervels.

Deze ontstaan wederom door de interne- en externe krachten die hoger werden beschreven. De doorbloeding in de nek kan hierdoor enorm negatief beïnvloed worden. Met name de grote halsader kan onder druk komen en ook de doorbloeding naar de schedel verminderen.

Rond de geboorte en in hun prille ontwikkeling kan de osteopaat dus een bijzondere taak te vervullen hebben.

De technieken zijn steeds heel zacht met het allergrootste respect voor het pasgeboren kind. Een bekwame osteopaat zal aldus nooit een manipulatie uitvoeren bij het pasgeboren kind. Sommige chiropractoren en cranio-sacraaltherapeuten voeren soms manipulaties van de nek of holding-technieken uit die heel gevaarlijk kunnen zijn. Een gediplomeerde professionele osteopaat heeft een heel degelijke kennis van de anatomie, embryologie en fysiologie van het pasgeboren kind en weet dus dat dit absoluut niet kan. Daarvoor ook is een reglementering van erkende osteopaten een absolute must.